Exposure in een veilige en controleerbare situatie
Dat de omgeving controleerbaar is, is goed te zien aan de demonstratie van Brigitte. Op zijn laptop kijkt Niels mee met wat ze ziet. ‘Lekker aan het winkelen?’ vraagt hij door de microfoon. ‘We gaan nu naar een café. Want die zul je wel missen, in deze corona-tijd.’ Het beeld wordt even zwart en daarna staat Brigitte in een volle kroeg. De tafeltjes op het terras zitten vol en naast de bar staat een groepje mensen te kletsen.
‘Een rijdende bus, supermarkt of huiskamer. Het zijn voorbeelden van virtuele omgevingen waarin je de patiënt kun plaatsen,’ vertelt Niels. ‘Ook kunnen patiënten gesprekken oefenen door middel van een rollenspel. Ondanks dat mensen weten dat het niet echt is, voelt het wel zo. Je wordt al snel de virtuele wereld in gezogen.’ Als behandelaar kun je de situatie in de virtuele wereld zo inrichten dat die aansluit bij de behandeling. Je kiest hoeveel mensen aanwezig zijn, hoe die eruit zien en wat ze doen. Lopen ze rustig langs, staren ze de patiënt aan of komen ze ineens heel dichtbij? ‘Kijk, nu kijken alle mensen boos. En deze man gaat haar straks achtervolgen.’